Nederland heeft maar matig van de interne markt geprofiteerd

Wist u dat er zeker 3,5 miljoen banen in de Europese Unie afhankelijk zijn van de vraag naar grondstoffen en halffabricaten door de Duitse industrie?

Ik las dit wederwaardigheidje in het rapport 20 Jahre Binnenmarkt van de Bertelsmann Stiftung, een studie waarin wordt becijferd wat de Interne Markt de verschillende Europese landen nu precies heeft opgeleverd.

Een schip wordt geladen in de haven van Hamburg
Foto: Reuters

Uit het onderzoek blijkt dat tussen 1992 – een jaar voor de ‘single market’ van start ging – en 2012 alle landen hebben geprofiteerd, zij het niet allemaal in gelijke mate. De Europese integratie heeft het Duitse bruto binnenlands product (bbp) jaarlijks met gemiddeld €37 mrd doen stijgen, wat per hoofd van de bevolking uitkomt op €450 per jaar. Het enige land dat nog meer baat had bij het wegvallen van de grenzen in de Europese Unie is Denemarken. Twintig jaar lang is iedere Deen €500 rijker geworden dan het zonder integratie was geweest.

Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal werkt, concludeert mede-auteur Thieß Petersen. 

“These four fundamental freedoms remove trade barriers between the countries involved and make imports cheaper, which in turn boosts consumer purchasing power. In this way, the single market allows companies to produce for a larger market and further reduce prices thanks to mass production. Moreover, cross-border mobility of workers and capital mean that production factors can be deployed in areas where they can be of greatest value, again providing additional growth stimulus.”

Mooie woorden, maar een blik op onderstaande ranglijst maakt duidelijk dat de bijdrage aan de welvaartsontwikkeling in Zuid-Europa tamelijk bescheiden is. De gemiddelde jaarlijkse winst die aan de Europese interne markt is toe te rekenen is in het geval van Italië maar €80 per persoon. De gemiddelde Spanjaard en Griek is er €70 extra op vooruitgegaan per jaar en de Portugees maar €20.

Mate van integratie

Het blijkt dat de mate van integratie van een land hier cruciaal is. Hoe groter de onderlinge verbanden des te meer een land profiteert, schrijft Petersen. Maar waarom Nederland relatief gezien maar matig scoort (€130, of €2700 cumulatief sinds 1992), weet hij niet duidelijk te maken. Als er een land overal in de regio actief is, is het ons land wel, zou je zeggen.

Wat wel duidelijk is, is dat de onderlinge banden van Duitsland en Duitsland met de rest van de Unie fors zijn gestegen, terwijl die van Nederland op ongeveer het oude niveau zijn gebleven. Wreekt zich hier soms de navelstaarderij waar we sinds Fortuijn zo veel last hebben gekregen?

Wat misschien nog wel opmerkelijker is, is het feit dat Groot-Brittannië de hekkensluiter is met extra inkomsten van slechts €10 per Brit per jaar. Wat dat betreft kan die Brexit wel komen…

Globalisering

Eerder heeft de denktank overigens al laten uitrekenen wat het hele globaliseringsproces nu precies heeft opgeleverd in de periode 1990 – 2011. In ons geval is het niet minder dan €890 per Nederlander per jaar.

Cumulatief leverde dat sinds 1990 €18.700 op. Daarmee stond Nederland overigens op een weinig indrukwekkende twaalfde plaats. Finland, de nummer 1, kwam per capita op respectievelijk €1500 en €31.400.